top of page

De genezing is (niet echt) nabij

Benny Madalijns

19 okt. 2022

De wereld is zoals hij is. Niet te licht, niet te donker. De meeste mensen zoeken dan ook voornamelijk troost in zorgeloosheid. Ze proberen de moed erin te houden met niet veel meer dan geruststellend entertainment. Met opbeurende boeken bijvoorbeeld. Of met naar schilderijen kijken. Lees- en kijkvoer waar je niets mee opschiet als je het aan het einde van de rit echt benauwd krijgt. Toch?


Ik denk dat jullie daarom maar beter meteen de kern van mijn kunstfilosofische denkbeelden onder ogen krijgen. Ik ben nu eenmaal een stijfkop en wat me dwarszit gooi ik graag direct van me af. Ditmaal met graagte in een even banale als onrustwekkende stelling. Die graag een lange tong uitsteekt naar alles wat riekt naar de kleverige kromtaal van azijnpissers en dito mooipraters. Dus kort en goed: neen, kunst kan ons niet genezen, punt andere lijn.


Dokters die een boek of een film voorschrijven in plaats van pillen wanneer we depressief of radeloos zijn of een dierbare verloren hebben? Ga toch weg met jullie blablabla! Kieper jezelf gerust overboord. Want wie met een virale infectie, een gebroken hart of een ernstige depressie bij een kunstwerk te

rade gaat, kan lang staan wachten. Kunst heelt, maar niet zo eenvoudig. Daar is meer voor nodig. Kunst moet betekenis geven aan het onzegbare. Een sprekende eigenschap die tegelijkertijd haar zwakste punt is.


Enfin. Als een van jullie ooit in een of ander ziekenbed mocht belanden; laat de nachtzuster dan geen ballon met Keith Haring-figuurtjes met een touwtje aan de reling van het bed knopen. Maar hoop dat iemand alsnog vliegensvlug komt aandraven met een finaal helend gedicht op een affiche. De publieksprijs van een wedstrijd bijvoorbeeld. Geschreven door een toenmalig Gents stadsdichter. En ga vervolgens rechtop in je bed zitten, hang met je volle rug tegen het ingedeukte kussen en lees hardop wat er te lezen staat:


uit het niets kwam u op me af, boog u zich naar mij toe: ik wil u wel gezelschap houden. u gaf niet meer details. u zei niet: even. u zei niet: een leven lang. u zei niets over een hand vasthouden, u zweeg over mij verblinden met uw lijf. ik had nooit in uw ogen mogen zinken, mijn hoofd had ik moeten afwenden zodat u het niet gek had weten maken. u zou goed gezelschap zijn. en ik geloofde dat (David Troch, Gezel, 2012)

Kunstzinnigheid aan een koordje en punaises als laatste medicinale pleister. Zinnen die je aanzetten nog eenmaal alles durven om te gooien en trachten zo elastisch mogelijk te leven.

Zolang je voorraad asem nog strekt. Alsof een loden mantel langzaam van je schouders glijdt. Een merkwaardige panacee die je terug dat soort oorspronkelijke perspectieven aanreikt waardoor je oudbakken longen nieuw leven wordt ingeblazen.


Terwijl buiten duizenden muisgrijze bakfietsrouteplanners in keurig maatpak onomwonden twitteren over hun hunker naar een of andere morele herrijking. Alleen jammer dat er in hun zog ook nogal wat goeroes van een absurd achterlijk wereldbeeld rondhossen. Massaal kwekkend om nog één keer hun belegen beleggings- en weet-ik-veel-welke goden te dienen. Voorgoed vergeten hoe verlossend het wel niet kan zijn om bijtijds stil te kunnen staan bij onvervangbaar

nutteloze spielereien van zelfbenoemde kunstenaars die het onmogelijke vorm proberen te geven en beseffen dat artistieke vrijheid vandaag de dag geen simpele verworvenheid is, maar iets dat we met z’n allen zullen moeten blijven claimen en verdedigen. In het vooruitzicht van een boosterprik met het meest levensnoodzakelijke medicijn: een overdosis vrijheid van denken en doen. Meer moet dat heus niet zijn.


Durf daarom vanaf vandaag opnieuw volop te leven in je eigen verbeelding. Al blijft het verdomd moeilijk om evengoed te genezen van dat teveel aan doorheen de jaren onzichtbaar ingeslepen existentiële kerven. Want op lange termijn is lang geleden geboren zijn nefast voor je gezondheid.


Als kind werd mijn generatie immers overstelpt met de meest grandioze maar tegelijk de meest abject onwaarschijnlijke verhalen. Bijvoorbeeld dat een langgerokte man uit Spanje met een wit paard over daken kon rijden. Dat zijn zwarte pieten daarbij door de schoorsteen naar beneden klommen om cadeautjes te geven aan de ook dat jaar weer brave jongens en meisjes. Wij lieten ons nietsvermoedend en met graagte meeslepen door fabelachtige vertellingen over een paashaas

die eieren en chocolade bracht aan diezelfde gehoorzame en bovenal goedgelovige kinderen. Tot we, wat ouder geworden, plots realiseerden dat deze verhalen bijzonder leuk waren, maar op z’n minst lichtelijk van de pot gerukt. Zelfs niet geschikt voor een kop in de ochtendkrant. Stel je voor: (van

onze reporter ter plaatse) Jeruzalem: gestorven gewaande man staat uit het niets op uit de dood.


Mijn rommelzolder die jeugd heette, was dan ook een markant medemenselijk restaurant met een zeldzaam mooie kaart, maar met net iets te lauwe gerechten. Was dat de reden misschien dat de Welsche dichter Dylan Thomas ooit schreef dat er maar één ding erger is dan een ongelukkige jeugd: een al te gelukkige jeugd.


Nuja. Het tempo van de transformaties en de nieuwe (kunstzinnige) geluiden om ons heen is heden ten dage zeldzaam hoog. We hebben de fantasmorgastische, langgerokte man uit Spanje met een wit paard die over daken kon rijden vandaag de dag goedschiks ingeruild voor (pakweg) een man die een varken uitnodigt om ermee te praten over verontrusting en verwarring. Het varken zal drie dagen blijven logeren. Hij zal het goed verzorgen. Maar weet niet of het varken naar hem zal willen luisteren. Al hoopt hij van wel.


Benjamin Verdonck is een Antwerpse theatermaker en kunstenaar. In De Visserij, het ‘alchemistisch

onderzoekscentrum’ van het Gentse Nieuwpoorttheater bracht Verdonck in 2002 inderdaad drie dagen door in een ijzeren kooi samen met een varken. Met deze performance wilde hij uiting geven aan zijn verwarring en ongerustheid over wereldconflicten, in het bijzonder de spanningen tussen de VS en Irak. Het wereldpolitieke toneel werd op dat moment dan ook helemaal bepaald door de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ van George W. Bush.


De ‘Man meets Pig-performance’ (I like America and America likes me) tussen relativisme en engagement was onder meer geïnspireerd op een act van wijlen Joseph Beuys uit 1974, waarbij de kunstenaar een week samenleefde met een coyote in een kunstgalerij in New York. Verdonck wilde

geen politieke positie innemen, maar in zijn eigen beeldtaal zijn state of mind uitdrukken. Er was in die dagen immers zo’n scala aan analyses voorhanden dat hij door het bos even de bomen niet meer zag. Enfin. The thinkerings of a wanderer: het denkkader van een zwerver die, omdat hij bij

de mensen rond zich geen duidelijkheid kan vinden, dan maar te rade gaat bij een varken. Praten met een varken levert inderdaad zelden een vlotte, laat staan diepzinnige babbel op en dát was precies Verdoncks bedoeling. ‘Tot een goed gesprek zou het allicht nooit gekomen zijn’, verklaarde hij achteraf, ‘Maar de boodschap is wel belangrijk: ik reflecteerde met het varken over de oorlogsdreiging en de malaise in de wereld, maar misschien had ik het net zo goed over koetjes en kalfjes kunnen hebben…’


Daar kan onze mininster van Volksgezondheid en zijn collega-ministers mogelijk nog een puntje aan zuigen. Toch? Vraag blijft of uw ziekenfonds dit soort geneeskundige (zelf) verstrekkingen evengoed zal terugbetalen?

bottom of page